Omdat L-dopa het medicijn is wat nodig is voor de omzetting naar dopamine in de hersenen, wordt in de behandeling van mensen met Parkinson altijd gewaarschuwd over het eten van eiwitten in combinatie met L-Dopa (sinemet). Dit is vanwege de zogenoemde aminozuur-competitie in het lichaam voor diverse functies, maar ook voor het transport door de bloed-hersenbarrière.
Aminozuren
Aminozuren zijn als eerste van belang voor het in standhouden van de stikstof homeostase in het menselijk lichaam. Het leven is begonnen met koolstof, zuurstof en waterstof en daar kunnen geen eiwitten van gemaakt worden, daarvoor is stikstof nodig. 90% van alle aminozuren die we tot ons nemen worden gebruikt om het stikstof evenwicht in het menselijk lichaam op peil te houden.
Dat wil zeggen dat als je te weinig eiwitten hebt, alle aminozuren richting de stikstof homeostase gaan en alle andere functies waarvoor aminozuren nodig zijn verwaarloosd worden. Je lichaam volgt de “spelregels” van de evolutie en werkt zonder er rekening mee te houden of je wel of niet dopamine kunt produceren. Als je te weinig stikstof hebt waardoor je geen eiwitten kunt maken, dan is dat echt het belangrijkste en worden alle verdere functies verwaarloosd.
Er zijn 21 aminozuren. Eiwitten worden gebouwd uit aminozuren, er kunnen ontelbaar veel verschillende eiwitjes gemaakt worden door het combineren van deze 21 aminozuren. L-Dopa is een aminozuur en is de voorloper van dopamine.
Verloopt de stikstof homeostase naar wens dan is er in een normale situatie nog 10% eiwit over voor alle andere aminozuurspecifieke functies. Maar ben je bijvoorbeeld insulineresistent en heeft je lever veel aminozuren nodig voor de productie van energie, dan gaat het lichaam die toch eerst nog daarvoor inzetten. En pas DAARNA kunnen aminozuren ingezet worden voor aminozuurspecifieke functies. Het mag duidelijk zijn dat alleen een eiwittekort dus al allerlei klachten kan opleveren. En het overgrote deel van de mensen met Parkinson hebben een eiwit tekort.
L-Dopa en de bloed-hersenbarrière
L-Dopa kan als aminozuur getransporteerd worden over de bloed-hersenbarrière en eenmaal in de hersenen omgezet worden in het hormoon dopamine. Dat transport door de bloed-hersenbarrière kan je zien als een soort flessenhals waar de verschillende aminozuren om voorrang vechten om doorheen te kunnen. In het hersenvocht zit dezelfde verhouding aan aminozuren als in de bloedbaan.
Maar het deurtje waar de aminozuren doorheen moeten om in de hersenen te komen, is niet eerlijk. Dat laat het ene aminozuur veel meer door dan het andere. Als er dan een tekort aan aminozuren in het bloed zit, ontstaan er van een aantal aminozuren in de hersenen een veel groter tekort. Ook dit is een belangrijk argument om te zorgen dat de “eiwitpool” van het lichaam voldoende gevuld is. En er zijn vooral een aantal andere functies in het lichaam die altijd voorrang krijgen bij het toewijzen van aminozuren.
Ieder eiwit voor zich of toch niet?
Wat is er nou precies het beste geregeld in het lichaam? Is dat ieder eiwit voor zich en/of het totaal eiwit?
Zoals gezegd: helemaal bovenaan staat het belang van het totaal eiwit voor het stikstofevenwicht en daarna het gebruik van aminozuren voor de energieproductie. Vervolgens hou je een bepaald spectrum van aminozuren over in je lichaam voor de andere functies waar aminozuren bij nodig zijn.
De lever gaat voor zijn eigen gebruik hier als volgt mee om: als er veel van een bepaald aminozuur is, dan wordt dat gebruikt om het tekort ergens anders aan te vullen. En welke aminozuur gaat je lever hier dan voor inzetten? Het aminozuur waar je het meeste van hebt en dan krijg je het tegenovergestelde van wat er eerst was, het aminozuur waar je het meeste van had, wordt een tekort.
Wat betekent dit voor de suppletie?
Gelet op wat hierboven staat is het van belang dat je geen enkelvoudig aminozuur gaat suppleren tot het moment dat je totale eiwitpool afgedekt is. Je kunt alleen een enkelvoudig aminozuur suppleren helemaal apart van het innemen van andere aminozuren, dat wil zeggen helemaal gescheiden van het eten.
Daarom is het belangrijk L-Dopa op een lege maag te nemen, en kan je ruim een half uur daarna al gaan eten want dan is het al een tijdje door de bloed-hersenbarrière heen. Als je eiwitpool helemaal vol zou zijn, zou dit probleem veel minder zijn. Maar mensen met Parkinson hebben de eiwitpool niet vol zitten. En de lever vraagt ook nog eens extra aminozuren.
Kortom: het is echt belangrijk de L-Dopa ruim een half uur voor en ruim 2 uur na een maaltijd in te nemen om die aminozuur-competitie te voorkomen.
L-Dopa innemen tegelijkertijd met eiwitrijke voeding terwijl er een algeheel tekort aan eiwitten is, geeft een veel lager rendement. Dan wordt het door het lichaam gebruikt als een gewoon aminozuur voor allerlei andere functies en bereikt maar een fractie de hersenen. Is de eiwitpool gevuld, dan speelt dit probleem natuurlijk veel minder. Het is dus erg verstandig om extra eiwitten te nemen om de tekorten aan te vullen, en dat gebeurt te weinig. Bij veel mensen met Parkinson is zichtbaar dat de spieren van vooral de bovenarmen worden afgebroken, dat komt omdat het lichaam de eiwitten uit spieren gaat trekken om de tekorten aan te vullen.