Het wordt steeds duidelijker dat de stijging van Parkinson patiënten een relatie heeft met de stijging van de hoeveelheid gifstoffen in ons milieu. Zowel in het water, de grond en de lucht. In Nederland is het vooral professor Bas Bloem die deze relatie beklemtoont.
Hoe zit dat precies?
Hoe komen gifstoffen in ons lichaam?
Via de voeding of door contact met de omgeving via de huid en longen komen allerlei lichaamsvreemde stoffen het lichaam binnen. Die kunnen een natuurlijke oorsprong hebben of door de mens kunstmatig zijn geproduceerd. Sommige van deze stoffen zijn giftig, vooral in grotere concentraties.
Wat is de rol van de lever?
De lever is een zogenoemd bio-transformatieorgaan. Dat wil zeggen dat voedingsstoffen worden omgezet in bioactieve substanties, gifstoffen worden onschadelijk gemaakt en allerlei vitamines en mineralen worden opgeslagen totdat ze nodig zijn.
De lever is het belangrijkste ontgiftingsorgaan van ons lichaam. De lever zorgt voor ontgifting of detoxifcatie, wat inhoudt dat de lever toxische (giftige) stoffen omvormt zodat ze uitgescheiden kunnen worden.
Het ontgiftingsproces in het kort
Het detoxificatie proces van de lever bestaat uit 3 fases:
Fase I
Tijdens deze fase probeert de lever eerst stoffen die niet wateroplosbaar zijn wateroplosbaar te maken. Als dat lukt worden deze stoffen via de urine uitgescheiden.
Fase II
In deze fase zorgt de lever ervoor dat stoffen die niet direct na fase I uitgescheiden kunnen worden (en dat is in de meeste gevallen zo), via koppeling (conjugatie) niet meer giftig blijven en daarna uitgescheiden kunnen worden via de ontlasting.
Fase III
In deze fase maakt de lever de toxinen (gifstoffen) onschadelijk door vitagenen.
Het ontgiftingsproces nader bekeken
Als het bloed terugkomt van alle cellen uit het lichaam stroomt het door de lever. De lever filtert de afvalstoffen die door de lichaam cellen zijn geproduceerd en ook alle andere schadelijke stoffen uit het bloed. Na het filteren komen deze stoffen in het bio-transformatieproces van de lever.
Fase I
Het overgrote deel van de fase I reacties wordt door het Cyp450 enzym uitgevoerd dat zuurstof toevoegt. Deze tussenproducten worden “vrije radicalen” of “oxidanten” genoemd en zijn veel giftiger dan de oorspronkelijke stof. De schadelijke effecten van deze oxidanten zouden door een snelle fase II enzymreactie met behulp van z.g. anti-oxidanten zo klein mogelijk gehouden moeten worden. Belangrijke anti-oxidanten zijn vitamine A, E en C, selenium, zink en glutathion. Maar aangezien de fase II conjugatieprocessen veel complexer zijn dan het fase I proces is de kans groot dat de oxidanten zich opstapelen en schade veroorzaken.
De grote uitdaging van het ontgiften ligt daarom tussen fase I en fase II. Alle stoffen die in fase I niet wateroplosbaar gemaakt konden worden, zijn ondertussen veel giftiger geworden en moeten zo snel mogelijk in fase II van de ontgifting onschadelijk gemaakt worden. Een snelle reactie van fase II enzymen is dus noodzakelijk om de schade te beperken en juist dit loopt vaak niet zoals gewenst bij mensen met Parkinson.
Fase II
Het belangrijkste doel van fase II van de lever ontgifting is dus de in fase I gebio-activeerde oxidanten zo snel mogelijk om te vormen tot minder toxische stoffen die wel door het lichaam kunnen worden uitgescheiden via de urine of de ontlasting. Dit gebeurt d.m.v. conjugatie. Conjugatieprocessen maken de oxidanten beter oplosbaar. Bij conjugatie is er een “koppelingsenzym” die een co-factor verbindt aan het fase I tussenproduct.
Er zijn specifieke “koppelingsenzymen” die met specifieke co-factoren werken. Dit wordt een fase II route genoemd. De 6 fase II ontgiftingsroutes hebben allemaal eigen co-factoren nodig. Bij chronische aandoeningen en zeker bij Parkinson is vaak sprake van tekorten aan deze co-factoren waardoor de conjugatie te lang duurt en de oxidanten vrij spel krijgen. Oxidanten brengen schade in de cel en vallen de mitochondriën aan. Hierdoor sterven dopaminerge neuronen voortijdig af.
Een voorbeeld van een conjugatieproces wat nogal eens niet goed verloopt bij mensen met Parkinson is het methyleren. Veel mensen met Parkinson blijken hier problemen mee te hebben door een tekort aan noodzakelijke co-factoren. In het Grip op Parkinson programma voeren we een bloedonderzoek uit om te analyseren of dit het geval is. Als dat het geval is, wordt door het aanvullen van de missende co-factoren wordt het methylatieproces weer aangezet. Het is goed om te weten dat om dopamine te kunnen maken het lichaam moet kunnen methyleren. Zo is glutathion de belangrijkste anti-oxidant van het lichaam en blijkt ook de glutathionconjugatie bij mensen met Parkinson minder goed te verlopen. In het Grip op Parkinson programma worden tekorten in deze co-factoren aangevuld met behulp van voedingstoffen in effectieve combinaties en supplementen. Op deze wijze wordt de ontgiftingsfunctie van de lever versterkt.
Fase III
In deze fase vindt de ontgifting plaats van de vrije radicalen die ontstaan zijn in fase I. Hiervoor is de inzet van kurkuma, gember, mariadistel, groene thee en de salvesterolen/polyfenolen van biologische groentes nodig, door deze stoffen in te zetten als hormetische prikkels.
Er zit een transcriptiefactor NrF2 in het cytoplasma van elke cel en dat wordt geactiveerd door hormetische prikkels. Intermittende activiteiten (temperatuur, bewegen, ademhaling, etc) zetten met een prikkel het NrF2 aan. Dit stofje ruimt vrije radicalen in het cytoplasma op.
Ontgiften in het Grip op Parkinson programma
In ons programma Grip Op Parkinson geven we ondersteuning aan het verbeteren van de ontgiftingsfunctie van je lichaam. De eerste winst is makkelijk: eet alleen nog biologisch. Alles wat onbespoten je maag in komt, hoeft je lichaam niet meer op te ruimen. Daarbij zijn de polyfenolen of fyto-nutriënten die op onbespoten groentes zitten, de stofjes die ook in het lichaam meehelpen aan de ontgifting. Dus onbespoten biologisch eten werkt 2 keer: je lichaam krijgt minder gif binnen en dit eten ondersteunt het ontgiften.