In ons lichaam zitten talloze bacteriën, schimmels, gisten en andere organismen. Dit noemen we het microbioom. Een gezond microbioom draagt bij aan de productie van hormonen en neurotransmitters, zoals serotonine en dopamine. Een ongezond microbioom doet het omgekeerde: het eet die stofjes als het ware op.
Of het microbioom gezond is of niet, is afhankelijk van ons gedrag. Wat we eten, hoeveel we bewegen en hoeveel stress we hebben, bepaalt of er hormonen en neurotransmitters worden aangemaakt of juist worden “opgegeten”.
Beweegpatroon
Als je bijvoorbeeld lang blijft zitten, wordt dopamine door het microbioom opgegeten. Dat heeft grote gevolgen voor de hoeveelheid dopamine in de hersenen. Langdurig zitten vermindert ook een ander stofje, GABA, waardoor de zin om spontaan te bewegen sterk vermindert.
Ons gedrag, ons microbioom en ons immuunsysteem beïnvloeden elkaar. Soms in negatieve zin. Als je lang zit, wordt minder GABA aangemaakt, waardoor je minder zin hebt om te gaan bewegen en dus nog langer blijft zitten. Hierdoor krijgen de hersenen minder dopamine en wordt er nog minder GABA aangemaakt en zo verder. Dat wil niemand. Maar toch is het moeilijk om die vicieuze cirkel te doorbreken. Niet omdat we lui zijn, maar omdat ons lichaam nu zo eenmaal werkt. We hebben echt een bewuste keuze nodig om daar verandering in te brengen.
Voeding
Het eten van snel opneembare suikers, ook wel de eenvoudige suikers genoemd, heeft grote gevolgen voor ons microbioom. Snelle suikers worden namelijk al verteerd in de dunne darm, terwijl complexe suikers zoals alle groentes niet in de dunne darm verteerd kunnen worden en dan snel doorgevoerd worden naar de dikke darm. Het eten van snelle suikers als brood en pasta leidt tot een vertraging van de doorstroming van 10 uur. Dit leidt tot een ziek microbioom.
Een ziek microbioom in de dunne darm kan zelf transvetzuren produceren. Dat kan je beschouwen als een soort vergiftiging. Te vergelijken met pesticiden, want de bacteriestammen pseudomonas putida en aeruginosa kunnen deze transvetzuren maken. En dat is toxisch omdat ons lichaam zelf geen enzymen aanmaakt om deze af te breken.
Stress
Te veel zitten en snel opneembare suikers zijn van grote invloed op je darm microbioom, en daarbij komt nog een belangrijke factor: stress.
Als je veel en langdurig stress hebt, ga je veel NorAdrenaline produceren. In onze mond, op onze huid en in onze darm hebben we NorAdrenaline consumerende ziekteverwekkers, die onschadelijk zijn totdat er een teveel van ontstaat, Deze bacterieen groeien van NorAdrenaline en kunnen dan wel tot voldoende volume uitgroeien waardoor ze een ziekmakende rol krijgen.
Dus stress zorgt voor extra productie van bepaalde hormonen en neurotransmitters waardoor het microbioom verandert, omdat deze hormonen en neurotransmitters gebruikt worden als voeding van ziekmakende bacteriestammen in de dunne darm.
Belangrijk om te weten is dat NorAdrenaline, andere hormonen en neurotransmitters zoals bijvoorbeeld serotonine in de dikke darm een heel andere werking hebben dan in de dunne darm. Dat heeft eigenlijk niets met elkaar te maken. In de dikke darm voeden ze goede bacteriestammen en in de dunne darm juist ziekmakende. Dat betekent dat het eten van complexe suikers zoals groenten de goede bacteriestammen gevoed worden.
Het microbioom is dus een orgaan dat onze hormonen en neurotransmitters zowel kan produceren als consumeren. En speelt dan ook een bepalende rol in het ontstaan van alle chronische ziektebeelden.
Conclusie
Chronische ziektebeelden worden veroorzaakt door ons gedrag: stress, voeding en beweegpatroon. Ook emoties en sociaal welbevinden zijn sturend aan het microbioom en vice versa. Ons gedrag bepaalt het microbioom en niet de genetica.
Daarmee ligt de weg open om zelf het heft in handen te nemen en sturing te geven aan het verloop van chronische ziektebeelden, en dus ook Parkinson.